zondag 4 januari 2015


Wanneer gebruik ik gebeurt of gebeurd?

Als ik een verslag moet typen komt het wel eens voor dat ik stil sta bij het woord gebeurt en gebeurd. Wanneer moet ik een t schrijven en wanneer moet er nu een d staan?  Ik zocht het even op voor jullie via de volgende taaladvieswebsite: http://www.taaltelefoon.be/gebeuren-vervoegen

‘gebeurt’ wordt gebruikt in de tegenwoordige tijd. Bijvoorbeeld: het gebeurt nu, stam + t is de regel in de tegenwoordige tijd.
‘gebeurd’ met een d gebruik je enkel in de verleden tijd. Bijvoorbeeld: het is gebeurd, met een d zoals in gebeurde. Dit kan je vinden via het ezelsbruggetje ‘ t’kofschip ‘ als de laatste letter van de stam voorkomt in t’kofschip moet je de verleden tijd of het voltooid deelwoord eindigen met t, te of ten. Maar in dit geval komt de letter R niet voor in t’kofschip dus eindigen we het woord op d of de.  

Kleuter- en lager onderwijs

Zijn kleuter- en lager onderwijs beiden samenstellingen? Nee, dit is niet het geval. Kleuteronderwijs wordt aan elkaar geschreven. Dat komt omdat het woord kleuter een zelfstandig naamwoord is dus mag het aan elkaar geschreven worden.
lager onderwijs mag niet aan elkaar geschreven worden omdat lager geen zelfstandig naamwoord is maar een bijvoeglijk naamwoord. Deze info haalde in van volgende taaladvieswebsite:
http://taaladvies.net/index.php?label=samenstelling

Te kort of tekort?

Beide kan je gebruiken maar wanneer gebruik je nu te kort en wanneer gebruik je tekort? Via een taaladvieswebsite onderzocht ik dit even voor jullie. Als je het woord wil gebruiken als zelfstandig naamwoord moet je tekort gebruiken. Bijvoorbeeld het tekort = 'het gebrek, het nadelig saldo'

Als je het woord wil gebruiken als bijvoeglijk naamwoord moet je de woorden van elkaar schrijven bijvoorbeeld: In de winter zijn er vaak bedden te kort voor de daklozen



Sinterklaas of sinterklaas?

Hierover bestaat er vaak nog verwarring. In sommige gevallen moet het met hoofdletter geschreven worden, in andere gevallen zonder. Omdat ik er ook veel fouten tegen maak zocht ik het op.

Sinterklaas moet je enkel met een hoofdletter schrijven als je het gebruikt als en persoonsnaam. Als je praat over een persoon die verkleed is in sinterklaas dan wordt het met een kleine letter geschreven. Bijvoorbeeld: Ik zag Sinterklaas lopen of Ik zag zaterdag tussen de voetbalsupporters ook een sinterklaas staan. Ik baseerde mij op volgende taaladvieswebsite: https://onzetaal.nl/taaladvies/advies/sinterklaas-sinterklaas

Wanneer gebruik je die en wanneer gebruik je dat?

Ik maak ook vaak fouten tegen die en dat. Soms ga ik te veel af op mij gevoel zonder na te denken over de regel. Daarom nam ik een kijkje op deze taaladvieswebsite: https://onzetaal.nl/taaladvies/advies/het-meisje-die-dat-daar-fietst

als je voor het zelfstandig naamwoord het ziet staan moet je dat schrijven. Staat er voor het zelfstandig naamwoord de dan moet je die gebruiken. Bijvoorbeeld: Het meisje dat fietst. En de jongen die fietst.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten